Richtvragen


1.     Het ontstaan van de verschijnselen, vertrekkend vanuit de platentektoniek;


Ongeveer 200 miljoen jaar geleden waren alle continenten van de aarde verenigd in 1 supercontinent. Dit werd Pangaea genoemd. Later zijn de continenten van elkaar gescheiden. Sindsdien zijn de verschillende continenten nooit meer gestopt met verschuiven. Zelfs tot op vandaag verschuiven zij nog enkele centimeters per jaar.

2.     Het uitzicht van de verschijnselen, waarbij je een aantal belangrijke varianten toont met een afbeelding en een toelichting.


Door de continentale verschuivingen ontstaan aardbevingen, gebergten, vulkanen en tsunami’s. Deze situeren zich vooral aan de breuklijnen tussen de verschillende tektonische platen.

 

Vulkanen

Een vulkaan is een opening aan de oppervlakte van de planeet. Hieruit komt gesmolten gesteente uit.
Er zijn verschillende soorten vulkanen. Hieronder zie je de verschillen tussen de verschillende soorten vulkanen:

 
spleetvulkaan, calderavulkaan, schuildvulkaan en samengestelde vulkaan.





Zie hier voor afbeeldingen: http://weetjesaardrijkskunde.blogspot.be/p/vulkanen.html


 

Gebergten

Gebergten vinden hun oorsprong in de aanhoudende bewegingen van gesteenten in de aardkorst.

Hieronder vindt u een korte omschrijving van de verschillende soorten gebergten

 

Plooiingsgebergten

Een plooiingsgebergte wordt gevormd door middel van het botsen van 2 korstplaten.





Blokgebergten

Een blokgebergte ontstaat wanneer gesteentmassa scheurt in 2 of meer verschillende delen. Door deze verschuiving vormt er een breuk. Breuken kunnen zeer klein zijn of kunnen zich over een heel continent uitstrekken. Een nieuwe plaatgrens onder het continent duwt die zijde van de landmassa omhoog en vormt zo gebergten, terwijl lange blokken door de optredende spanningen kunnen wegzakken en breukdalen vormen.

Deze kunnen ook in blokken gespleten worden en over elkaar schuiven. Bijvoorbeeld een breukdal in Noordoost-Afrika.

 


Koepelgebergten

Een koepelberg ontstaat door middel van gesmolten materiaal dat diep onder de aarde naar boven geduwd word. Het is mogelijk dat het nieuwe materiaal zich daar ophoopt in een magmakamer. Daarbij kan de magma de bovenliggende gesteentelagen omhoog komen. Zo ontstaat een koepelberg, bijvoorbeeld de Black Hills in de Verenigde Staten.

 


Voor meer informatie en afbeeldingen: http://weetjesaardrijkskunde.blogspot.be/p/gebergten-gebergten-vinden-hun.html


 

Tsunami’s

Een tsunami is een aardbeving onder water. Tsunami’s ontstaan dus door een zeebeving.
Een zeebeving kan ontstaan door een vulkaanuitbarsting of door meteoriet inslagen.

3.     De voorspelbaarheid van de verschijnselen: hoe kan men dit voorspellen?


Aardbevingen kan men tot op de dag van vandaag nog niet voorspellen.
Tsunami’s daarentegen kan men wel voorspellen (door de zeestroming). Tsunami's worden namelijk veroorzaakt door aardbevingen.


4.     De invloed van de mens: elk van deze processen heeft zowel zijn voor als nadelen. Deze moet je kaderen en illustreren met feiten uit het maatschappelijke leven of actualiteit.


Endogene processen hebben bijna geen voordelen. Het zijn meestal nadelen die in het nieuws komen.
Vulkaanuitbarstingen, aardbevingen enzovoort, kunnen catastrofale gevolgen hebben. Elke keer deze natuurverschijnselen voorkomen is er zowel stoffelijke als materiële schade.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten